Nu de winter in Nederland haar intrede doet en de energieprijzen flink gestegen zijn, komen er veel vragen binnen over de zaaltemperatuur. Gemeenten en/of zaalbeheerders willen de stookkosten van de accommodaties drukken en schroeven de zaaltemperatuur naar beneden, of schakelen soms zelfs de verwarmingen uit.
Wat mag je nu verwachten als leerkracht? Welke rol speelt je werkgever hierin? Wat moet en wat mag?
Richtlijn zaaltemperatuur KVLO
Als ideale zaaltemperatuur geldt (afhankelijk van welk schooltype) een temperatuur tussen de 18 en 22 graden celcius. De temperatuur mag zomers maximaal 25°C bedragen. Hogere temperaturen kunnen maximaal 5% van de verblijftijd worden overschreden. De zaalruimte moet verwarmd kunnen worden tot 22°C bij een buitentemperatuur van -5°C.
Arbowetgeving
De Nederlandse Arbowetgeving hanteert geen minimale of maximale temperaturen. De temperatuur binnen de werkomgeving mag echter geen schade veroorzaken aan de gezondheid van de werknemer (artikel 6.1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit). Een nadere invulling van deze zorgplicht is opgenomen in de Arbocatalogussen die onderdeel zijn van de cao PO en VO. Zo is in de
Arbocatalogus van het PO expliciet het uitgangspunt opgenomen dat de gymaccommodatie bij een buitentemperatuur van -5 graden (of hoger), tot 22 graden verwarmt moet kunnen worden. De gewenste temperatuur is minimaal 18 graden en maximaal 22 graden.
In de
Arbocatalogus van het VO wordt het uitgangspunt van het praktijklokaal benoemd: een goede temperatuur ligt in de zomer tussen 20 en 25,5°C en in de winter tussen 17 en 21°C.
Rol werkgever
Heb jij te maken met een gymaccommodatie waarin je wordt blootgesteld aan zeer lage (of hoge) temperaturen, maak dit dan direct bespreekbaar met schoolleiding. Het heeft de voorkeur om dit gezamenlijk met je eventuele vakgroep te doen zodat je unaniem kan verzoeken om een verbetering van de arbeidsomstandigheden (wijs hierbij ook op de Arbocatalogus). De werkgever doet er goed aan om in de gebruikersovereenkomst met de beheerder/eigenaar van de accommodatie vast te leggen dat de richtlijn van de zaaltemperatuur tijdens het onderwijsgebruik wordt gehandhaafd. Dan kan de werkgever terugvallen op de overeenkomst in het geval de eigenaar of beheerder hier verandering in wil brengen (dit geldt voor meerdere zaken omtrent een gezonde en veilige werkomgeving).
Inbrengen bij de MR/preventief gesprek arbeidsinspectie
Levert een dusdanig gesprek onvoldoende afspraken/resultaat op, dan ligt het voor de hand ook de MR te verzoeken hierover met de werkgever in gesprek te gaan. Parallel daaraan kan het verstandig zijn een (preventief) gesprek met de bedrijfsarts/arbodienst te voeren, met het verzoek om richting de werkgever een advies tot spoedige maatregelen te geven.
Lichamelijke klachten
Zijn er al medische redenen (medische klachten lid) dan is het sowieso verstandig (direct) naar de bedrijfsarts te stappen om hem/haar in te laten schatten of werken op deze manier wel verantwoord is. Als ultieme optie is een melding bij de arbeidsinspectie het overwegen waard. Dit is geen lichtzinnige stap; maak zo’n stap zo mogelijk gezamenlijk met de vakgroep en win hierover vooraf advies in bij de juristen van de KVLO (juristen@kvlo.nl).
Vragen:
Bijlagen