Recent onderzoek van het Mulier Instituut wijst uit dat het percentage kinderen zonder zwemdiploma tussen 2018 en 2022 is verdubbeld, waarbij momenteel 13% van de kinderen tussen 6 en 16 jaar niet over een zwemdiploma beschikt.
De KVLO is van mening dat elke leerling die de basisschool verlaat in het bezit moet zijn van een zwemdiploma (minimaal A). Voor de kinderen die de basisschool verlaten zonder dit diploma stelt de KVLO voor dat eventuele extra zwemlessen worden geïntegreerd als onderdeel van de "Rijke Schooldag", naast de reguliere uren bewegingsonderwijs (en dus niet in plaats van de lessen bewegingsonderwijs). Dit sluit goed aan bij de +1 en de +2 van het 2+1+2-model.
Schoolzwemmen is namelijk geen vast onderdeel van het curriculum, zo valt ook te lezen in de brochure “
Norm twee (les)uren bewegingsonderwijs” van het Ministerie van OCW : "
Schoolzwemmen is geen onderdeel van het curriculum voor bewegingsonderwijs. Kennismaken met drijven en verplaatsen in het water behoort wel tot de mogelijkheden (in de vorm van een natte gymles met als inhoud de bewegingsleerlijnen). Er moet voldoende aandacht en tijd besteed kunnen worden aan de twaalf leerlijnen bewegingsonderwijs die vallen onder de kerndoelen. Bij een natte gymles moet bovendien stilgestaan worden bij de extra risico’s die bewegen in het water met zich meebrengt (denk onder meer aan voldoende toezicht, duidelijke instructies, nalopen van zwemdiploma’s en afspraken met het zwembad en de daar werkende instructeurs en toezichthouders). Schoolzwemmen kan naast de twee lessen bewegingsonderwijs worden aangeboden, net als reddend zwemmen, wedstrijdzwemmen en overlevingstechnieken.”
De KVLO kijkt en denkt graag mee naar de mogelijkheden rondom de integratie van zwemlessen als onderdeel van de Rijke Schooldag.
