In het amendement wordt geregeld dat alle leerlingen in het PO verplicht twee ‘uren’ bewegingsonderwijs per week krijgen. <i>Wat betekent dit voor het aantal lessen en groepen?</i>
Er staan geen klokuren of lesuren in het amendement en daarover zijn ook geen afspraken c.q. bepalingen aangepast. De KVLO gaat er daarom vanuit dat de huidige afspraken c.q. bepalingen met betrekking tot de bekostiging en gemeentelijke facilitering van de accommodatie blijft gelden (artikel 117 WPO). Dat wil zeggen minimaal twee lesuren per week voor alle groepen.
De modelverordening onderwijshuisvesting van de VNG volgt artikel 117 WPO. Wat dat betreft verandert er dus niets (zie ook onderstaande toelichtingen). Bovendien komt dit overeen met de afspraken
Het moge duidelijk zijn dat dit amendement geen betrekking heeft op de uren, zoals het eerste ANP-bericht ten onrechte suggereerde. Voor de urenborging in het VO zie artikel 6d WVO.
________________________
Artikel 117 Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefeningBurgemeester en wethouders stellen na overleg met de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen het aantal klokuren per week vast dat per groep leerlingen ten hoogste ter beschikking wordt gesteld in een ruimte voor het onderwijs in lichamelijke oefening, of voor bekostiging voor de materiële instandhouding van een ruimte voor het onderwijs in lichamelijke oefening in aanmerking komt. Het aantal klokuren, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op ten minste 1,5 voor basisscholen en ten minste 2,25 voor speciale scholen voor basisonderwijs. In lesuren van 45 minuten wordt dat:
- basisscholen: 2 lesuren x 45 minuten (totaal 90 minuten, 1,5 klokuur)
- speciale scholen voor basisonderwijs: 3 lesuren x 45 minuten (totaal 135 minuten, 2,25 klokuur).
Advies van de KVLO: gespreid in de week aanbieden (2, dan wel 3 keer per week).3. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte vast van
a de bekostiging, bedoeld in het eerste lid, onder b, en
b de bekostiging voor de vaste kosten van de materiële instandhouding van een ruimte voor lichamelijke oefening
waarvan de eigendom berust bij het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school.
4. Bij de vaststelling, bedoeld in het derde lid, kan onderscheid worden gemaakt naar gelang de oppervlakte van de ruimte, alsmede tussen ruimten voor de exploitatie waarvan op grond van de onderwijswetgeving bekostiging wordt verleend en ruimten waarvoor dat niet het geval is.
________________________
Modelverordening onderwijshuisvesting van de VNG
Hierbij de tekst uit regelingen onderwijshuisvesting 2019, Seakle Satter:
p. 42
B.2 Lokalen bewegingsonderwijs
1. De ruimtebehoefte van een lokaal bewegingsonderwijs wordt vastgesteld:
a. Voor een school voor basisonderwijs op 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder;
b. Voor een speciale school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs op 2,25 klokuren per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder, en
c. Als het schoolgebouw niet beschikt over een speellokaal op 3,75 klokuren per week voor leerlingen van 4 en 5 jaar.
2. Bij een school voor voortgezet onderwijs wordt de ruimtebehoefte bepaald op basis van het aantal lestijden bewegingsonderwijs. Hiervoor geldt als maximum het aantal lesuren dat overeenkomstig tabel 3 van het ruimtebehoeftemodel is berekend. Deze berekening is als volgt: (aantal leerlingen*32*vierkante meter bruto vloeroppervlakte bewegingsonderwijs per leerling) /460. Voor het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs geldt een aangepaste formule: (aantal leerlingen*32*vierkante meter bruto vloeroppervlakte bewegingsonderwijs per leerling)/ 322
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Zie ook
Lees ook